Roman 11-149
‘Je lijkt op mijn kleindochter Bibiane.’ Na die constatering nam mevrouw Raziki me in dienst. Twee keer per week maakte ik haar huis schoon, deed ik de boodschappen en schilde ik haar aardappels. Op een dag – toen ik al een tijdje bij haar werkte – vroeg ze aan me: ‘Bibi, wil je de geraniums water geven?’ Ik voelde me gevleid door haar verspreking, maar ook doordat ik voor het eerst haar bloemen mocht verzorgen.
In de zomer kwam Bibiane bij haar oma langs, vlak voordat ze terug naar Boston ging. Na die dag klonk de naam Bibi als een echo door het huis.
Toen ik in 2010 genoeg geld had gespaard om op reis te gaan, nam ik afscheid van mevrouw Raziki. ‘Dag Isra,’ zei ik terwijl ik haar handen vastpakte. De vrouw staarde met een lege blik naar de geraniums. Ze noemde me zelfs geen Bibi meer.